Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], HEERE! in benauwdheid hebben [50]zij [51]U bezocht; zij hebben [hun] [52]stil gebed uitgestort, [53]als Uw tuchtiging over hen was. 50. Te weten uw volk, als Gij hen gekastijd hebt. 51. Dat is, zij hebben U om hulp aangeroepen. 52. Het Hebreeuwse woord Lachas betekent eigenlijk een stille mompeling, die men nauwelijks horen kan, gelijk 1 Sam.1:13. Hiermede wil de profeet aanwijzen dat zij in hunne noden tot God gezucht en in stilheid gebeden hebben, hetwelk bij God een geroep is; Ex.14:15. 53. Dat is, als Gij hen tuchtigdet.